"Een goed overzicht van de hele sterrenkunde voor zelfstudie, op een niveau dat voor velen toegankelijk is." Zenit
"Een prima introductie, een gids die u lang kunt blijven gebruiken." Eos
"Een betrouwbare, degelijke en tegelijk toegankelijk geformuleerde informatie over de moderne sterrenkunde." Astra

Zenit, Maart 2001: "Al vele jaren gebruiken we op Sterrenwacht Sonnenborgh bij de cursus inleiding sterrenkunde deze syllabus van WEGA. Hij beviel tot nu toe uitstekend en de nieuwe, uitgebreide uitgave zal m.i. eveneens aan zijn doel beantwoorden: een goed overzicht van de hele sterrenkunde voor zelfstudie op een niveau dat voor velen toegankelijk is. Wiskundige formules worden slechts minimaal gebruikt. Door het hele boek zijn er duidelijke tekeningen en diagrammen en een aantal prima zwart-wit foto's. Het werk bestaat uit twee gedeelten: de eerste 12 hoofdstukken beschrijven wat we thans weten van de sterren en planeten, van het zonnestelsel tot de verste sterrenstelsels. Het tweede deel, hoofdstuk 13-16 bespreekt hoe we dit alles van het universum te weten zijn gekomen: de werkwijze van astronomie door de eeuwen heen, de gebruikte instrumenen (ook van de amateur). Tenslotte enkele appendices, een literatuur- en adressenlijst en een index."


EOS, April 2001: "Wega is een in Leuven gevestigde vereniging van amateursterrenkundigen. Al jaren geeft Wega een tweejaarlijkse cursus sterrenkunde voor amateurs. Bij die cursus hoorde aanvankelijk een begeleidende syllabus. Die syllabus ziet er nog altijd als een cursus uit, maar groeide in de loop der jaren uit tot een quasi-standaardwerk voor sterrenkundig Vlaanderen én Nederland. Ook deze elfde, compleet herziene en grondig uitgebreide editie zal door veel amateurastronomen met open armen worden ontvangen. Naast een eerste deel, waarin we in een heldere taal worden geïntroduceerd in de wereld van de astronomie, leren we in het tweede deel hoe professionele astronomen te werk gaan en met welke middelen de leek in hun voetsporen kan treden. Dit is een prima introductie, een gids die u lang kunt blijven gebruiken."


Astra, Maart/April 2001: "Allen zijn we ooit geïnteresseerd geraakt in sterrenkunde of ruimtevaart. Bij de ene was dit gekomen door tijdens de zomer bij het kampvuur te genieten van de vele sterren en de vallende sterren, een ander kreeg de kriebels bij de recentste totale zonsverduistering in ons landje of een derde leerde bewondering misschien wel op de schoolbanken van die leraar aardrijkskunde. Over deze mysterieuze wereld begonnen we ons vele vragen te stellen wilden we alles te weten komen. En alhoewel het virus dat op ons vat had en heeft, zeker niet schadelijk is voor de volksgezondheid, bekeken vrienden en vriendinnen ons als eigenaardige wezens. Onze honger naar astronomische kennis kunnen we verder op het wereldwijde web stillen, maar daar worden we alleen maar overspoeld met voornamelijk engelstalige info en fantastische foto's van planeetverkenners of ruimtetelescopen. Een betrouwbare, degelijke en tegelijk toegankelijk geformuleerde informatie over de moderne sterrenkunde is veel moeilijker te vinden.

Om een oplossing aan mijn en jullie probleem te bieden heeft JVS-kern [opm: Wega is een VVS-kern] hun "Kursusboek Sterrenkunde" uit 1985 van een grondige herziening en uitbreiding voorzien, want in de jaren negentig heeft de sterrenkunde een absolute stroomversnelling gekregen met vele nieuwe inzichten (en dit natuurlijk door die vele ruimtemissies die je op het internet al gevonden had). Het "Kursusboek Sterrenkunde" heeft twee delen. In het eerste deel (tot hoofdstuk 12) maken we een reis door het heelal, vertrekkend in ons eigen zonnestelsel en dan steeds verder weg, en we maken kennis met de fascinerende ontdekkingen van de moderne astronomie. Het tweede deel (hoofdstukken 13 tot 16) gaat over hoe die ontdekkingen gebeurd zijn, hoe we alles of toch reeds zoveel weten over het heelal, hoe astronomen te werk gaan en welke instrumenten ze gebruiken. En over hoe jullie zelf met eenvoudige middelen kunnen observeren. Beide delen zijn zodanig geschreven dat je ze onafhankelijk van elkaar kan lezen. Voor iemand die nog geen voorkennis heeft, is het aangeraden om met deel I te beginnen. Als je zeer systematisch te werk wilt gaan en eerst de onderzoeksmethoden van de sterrenkundigen wilt bestuderen en daarna de resultaten van de onderzoeksmethoden, kan je na het lezen van de kennismaking onmiddellijk overgaan tot het lezen van deel II en tenslotte deel I. Het book is ooit geschreven als begeleidend boek bij een cursus sterrenkunde, maar de ervaring heeft geleerd dat het ook perfect op zichzelf bruikbaar is, voor zelfstudie, of gewoon om op een interessante manier te verpozen. Laat deze 160 bladzijden een begin zijn bij je reis door het heelal maar zeker niet het einde…


Heelal, juni 2001: Allen zijn we ooit geïnteresseerd geraakt in sterrenkunde of ruimtevaart. Bij de ene is dit gekomen door tijdens de zomer bij het kampvuur te genieten van de Melkweg en de vallende sterren, een ander kreeg de kriebels bij de recentste totale zonsverduistering in ons landje of nog iemand anders leerde de bewondering misschien wel op de schoolbanken van die leraar aardrijkskunde. Op dat moment begonnen we allen een zoektocht naar geschikte informatie (en dit nog het liefst in ons eigen taaltje)…

Wega heeft sinds 1985 een "Cursusboek Sterrenkunde". Door de absolute stroomversnelling die de sterrenkunde in de jaren negentig gekend heeft, was het nodig om dit boek van een grondige herziening en uitbreiding te voorzien. Niet alleen werden de oorspronkelijke thema's geactualiseerd. Ook nieuwe ontdekkingen en inzichten deden hun intrede zoals de ontdekking van planeten rond andere sterren dan de Zon.

Het "Cursusboek Sterrenkunde" heeft twee delen. In het eerste deel (tot hoofdstuk 12) maken we een reis door het heelal, vertrekkend in ons eigen zonestelsel en dan steeds verder via de sterren naar sterrenstelsels. Dit eerste deel besluit met waarmee het allemaal is begonnen: de oerknal; kosmologisch onderzoek heeft ervoor gezorgd dat er over de Steady State theorie niet meer gesporken wordt. Niet zoals in de meeste algemene boeken over sterrenkunde worth hier voor elk deel evenveel ruimte voorzien.

Het tweede deel (hoofdstukken 13 tot 16) gaat over de manier waarop al die ontdekkingen gebeurd zijn, hoe we toch reeds veel weten over het heelal, hoe astronomen uit de informatie van het volledige spectrum meer kunnen halen en welke instrumenten ze gebruiken. De laatste twee hoofdstukken van dit deel gaan over amateursterrenkunde en instrumenten voor amateur-astronomen. Het is zeker de bedoeling niet van dit boek om uit te leggen hoe men een waarneming moet voorbereiden en uitvoeren of hoe men een telescoop praktisch moet gebruiken. Hiervoor zijn er trouwens andere werken in het VVS-leveringsprogramma voorhanden.

Beide delen zijn zodanig geschreven dat je ze onafhankelijk van elkaar kan lezen. Voor iemand die nog geen voorkennis heeft, is het aangeraden om met deel 1 te beginnen. Als je zeer systematisch te werk wil gaan en eerst de onderzoeksmethoden van de sterrenkundigen wil bestuderen en daarna de resultaten van die onderzoeksmethoden, kan je na het lezen van de kennismaking onmiddellijk overgaan tot het lezen van deel 2 en daarna deel 1.

Het boek is ooit geschreven als begeleidend boek bij een cursus sterrenkunde, maar de ervaring heeft geleerd dat het ook perfect op zichzelf bruikbaar is, voor zelfstudie, of gewoon om op een interessante manier te verpozen. Laat deze 160 bladzijden een begin zijn bij je reis door het heelal, maar zeker niet het einde…